Een bereikbare binnenstad, 19 april 2000 (Archief 884 inv.nr 24)
Voor én tegen
Een archief heeft geen mening. Bij historische en actuele discussies komen als het goed is alle schakeringen uiteindelijk in het depot terecht. Neem het parkeerbeleid van Delft. Veel Delftenaren hebben een uitgesproken mening over ondergrondse parkeergarages en de autoluwe binnenstad. Een deel van die discussie heeft zijn sporen al in het archief nagelaten.
Parkeerproblematiek staat in Delft al vanaf de jaren vijftig op de politieke agenda. Nadat in 1974 een eerste plan voor een aantal parkeergarages is afgeschoten, besluit de gemeenteraad in 1995 alsnog tot bouw over te gaan. De eerste schop die de grond in gaat, is voor de Phoenixgarage. De Zuidpoortgarage en de Marktgarage volgen vlot daarna, met als voorlopige hekkensluiter de Prinsenhofgarage. De woelige besluitvorming over deze parkeergarages en de autoluwe binnenstad is terug te vinden in het archief van het gemeentebestuur.
Het mooie van de collectie van het Stadsarchief is dat hier ook tegengeluiden worden bewaard, bijvoorbeeld stukken van Bewonersvereniging Binnenstad Zuid Delft en Belangenvereniging Olofsbuurt-Westerkwartier. Deze laatste vereniging ontstaat in 2001 als duidelijk wordt dat de gemeente met parkeervergunningen wil gaan werken om de parkeerdruk in ‘de schil’ rondom de binnenstad beheersbaar te houden. Buurtbewoners bundelen zich om bezwaar aan te tekenen, en met succes. Het aantal parkeerplaatsen in de wijken neemt toe en het voorgestelde tarief voor de vergunningen daalt.
Hiermee is de discussie nog lang niet geluwd. In kranten en sociale media verschijnen tot op de dag van vandaag berichten over de autoluwe binnenstad en het parkeerbeleid. In het heetst van de strijd kan de toon behoorlijk venijnig zijn. Dan is het toch een geruststellend idee dat – uiteindelijk – al deze meningen in het archiefdepot gebroederlijk bij elkaar komen te liggen.