Kloosterverbod – Stadsarchief Delft
Hertog Filips van Bourgondië staat Delft toe om het oprichten van kloosters te verbieden, 18 oktober 1466 (Archief 1, inv.nr 3418, charter 7112)

Hertog Filips van Bourgondië staat Delft toe om het oprichten van kloosters te verbieden, 18 oktober 1466 (Archief 1, inv.nr 3418, charter 7112)

Opgraving van het kartuizerklooster, gefotografeerd door Openbare Werken, 1959 (TMS 131929)

Opgraving van het kartuizerklooster, gefotografeerd door Openbare Werken, 1959 (TMS 131929)

26 mei 2023:

Kloosterverbod

Sinds het begin van de vijftiende eeuw wordt Delft in snel tempo een stad vol kloosters. In zeventig jaar tijd ontstaan er liefst tien. Sommige hebben slechts een tiental bewoners, maar het Sint-Agathaklooster telt niet minder dan 150 zusters. Naar schatting woont in 1470 ongeveer 5% van de Delftse bevolking in kloosters en beslaan die zo’n 8% van de stedelijke ruimte.

Voor veel mensen is de maat daarmee meer dan vol. Zij vinden dat kloosterlingen net als priesters leven op de zak van anderen, zonder zelf een bijdrage te leveren aan de economie. Sterker nog: zij kopen en erven huizen en landerijen en onttrekken die aan het economisch verkeer. Met andere woorden: het goed ‘in de dode hand’ wordt steeds groter.

Ook het stadsbestuur ziet het groeiende aantal kloosters met lede ogen aan. Het werpt zich op als spreekbuis van de critici en probeert verdere uitbreiding te voorkomen. In 1466 krijgt het van hertog Filips, graaf van Holland, de toezegging dat hij geen nieuwe stichtingen zal toestaan binnen de stadsgrenzen en tot een halve mijl daarbuiten, tenzij het stadsbestuur ermee instemt. Hoeveel belang de stad aan dit privilege hecht, blijkt uit de bevestigingen die zij de volgende drie jaren vraagt en krijgt: van de bisschop, van de pauselijke gezant en van Filips’ zoon en opvolger Karel de Stoute.

In 1469 komt toch nog een klooster tot stand bij Delft, maar buiten de halve-mijlszone. Op initiatief van Frank van Borselen, weduwnaar van Jacoba van Beieren, vestigen zich ten zuiden van de Buitenwatersloot kartuizers. Hun orde is geliefd dankzij strenge tucht en voorbeeldige devotie. Zelfs of misschien moeten we zeggen: juist mensen uit de Delftse elite schenken gul om de nieuwe stichting van de grond te krijgen. Tot de opheffing in 1573 leiden de broeders hun leven in vrome afzondering. Dan wordt het klooster gesloopt en de fundamenten blijven bijna vier eeuwen aan het oog onttrokken. Maar in 1959 wordt het terrein bouwrijp gemaakt voor een nieuwe woonwijk. Er vindt een spectaculaire opgraving plaats, waarbij vrijwel de complete plattegrond kan worden blootgelegd.

Inloggen