Tekening van de Oostpoort door Isaac van Ketweg, c. 1760 (TMS 58638)
Groenteschuitjes
Van de Oostpoort heeft het Stadsarchief honderden tekeningen, prenten, gravures en foto’s. Die poort kennen we zo langzamerhand wel, dus dan dwaalt de blik wel eens af naar wat er verder te zien is. Bijvoorbeeld op deze aquarel van Isaac van Ketweg van omstreeks 1760.
Het lijkt een mooie, zomerse dag. De bomen staan vol in het blad, links in de verte wandelen mensen op de stadsbuitenweg en op de gracht varen bootjes. Het meest interessant is wat er linksonder gebeurt. Daar wordt een schuitje geladen met manden. Zo te zien gaat het om groenten: kolen, wortelen, prei en dergelijke. Binnen de stadsmuren wonen in deze tijd tientallen ‘bongers’ of boomgaardeniers en ‘warmoeziers’ of groentetelers. Die hebben hun nering liefst zo dicht mogelijk bij de stad, zodat zij hun producten kersvers aan de man kunnen brengen. Op oude plattegronden, zoals de Kaart Figuratief uit 1675-1678, is goed te zien dat het land net buiten de muren is verkaveld in talloze, vaak piepkleine perceeltjes. Vele daarvan worden in de bronnen ‘kooltuinen’ genoemd, al wordt er natuurlijk veel meer verbouwd dan kool.
Het stadsbestuur verpacht de her en der gelegen stalletjes waar dagelijks verse groenten en fruit te koop worden aangeboden. Die handel is tot in detail gereguleerd door het Warmoeziersgilde, van de grootte van de aardbeienpotjes tot de dikte van de bossen asperges. Zo weet de klant precies wat hij mag verwachten. Daarnaast verdedigt het gilde de belangen van de leden tegen concurrentie van buiten. In 1766 dient het bijvoorbeeld een verzoek in bij het stadsbestuur om er strenger op toe te zien dat uitsluitend mensen uit Delft, Hof van Delft en Vrijenban groenten en fruit verkopen. Kooplui van elders mogen wel op de donderdagse weekmarkt staan, maar op andere dagen geldt ‘eigen volk eerst’.