Gegraveerd portret van Gerrit Paape (1752-1803) door Cornelis Bogerts. (TMS 70213)
Gerrit Paape: de pen als wapen
‘Grijpt, Burgers, grijpt de wapens aan!’ Met deze opruiende woorden spoort Gerrit Paape in 1784 zijn stadgenoten aan om een einde te maken aan de heerschappij van de traditionele regentenkliek. Pamfletten en spotprenten blijken niet genoeg om een nieuwe wind te doen waaien, het is tijd voor een gewapende revolutie.
Paape wordt op 4 februari 1752 geboren aan het Oosteinde. Precies op die dag wordt enkele honderden meters verderop stadhouder Willem IV bijgezet in de Nieuwe Kerk. Zijn opvolger Willem V krijgt te maken met een snelgroeiende patriottenbeweging. Burgers accepteren niet langer dat het altijd maar weer dezelfde mensen zijn die in stads- en dorpsbesturen zitten, alleen maar omdat zij tot bepaalde families behoren. In Delft is de Hollandsche Historische Courant de spreekbuis voor de patriotten. De krant is in 1721 door Reinier Boitet opgezet als Delfsche Courant. Onder de nieuwe naam en vanaf 1775 onder leiding van Wijbo Fijnje wordt de Courant een medium dat ook buiten Delft meetelt.
Gerrit Paape wordt opgeleid als plateelschilder en verdient later de kost als bediende van de Kamer van Charitate, maar zijn hart ligt bij het schrijven. In talloze gedichten en pamfletten geeft hij blijk van zijn afkeer van het regentendom. Fijnje stelt de kolommen van zijn krant graag beschikbaar voor Paapes kritische bijdragen, want dat is goed voor de oplage. Paape bejubelt de vervanging van elf prinsgezinde vroedschapsleden door patriotten in augustus 1787 als een overwinning van het volk. Maar de koning van Pruisen helpt Willem V weer in het zadel en de leiders van de patriottenbeweging vluchten naar het buitenland.
Paape zet vanuit Duinkerken de strijd voort met een niet aflatende stroom geschriften. In 1794 vallen de Fransen de Republiek binnen en jagen zij de stadhouder definitief weg. In hun spoor keren de gevluchte patriotten terug. Paape hoopt op een vooraanstaande positie in het nieuwe bewind, maar is onvoldoende gekwalificeerd om het echt ver te schoppen. Hij krijgt uiteindelijk een baan op het ministerie van Nationale Opvoeding, maar blijft tot zijn overlijden in 1803 vooral actief als schrijver. Zijn schriftelijke nalatenschap is verspreid over vele archieven en bibliotheken; een deel ervan berust bij het Stadsarchief Delft.