Bladzijde uit het haardstedenregister, 1600 (Archief 1, inv.nr 4081, folio 35v)
Een stadswandeling in 1600
Een paar eeuwen terug in de tijd en dan een stadswandeling maken – wie zou dat niet willen? Het klinkt misschien gek, maar de beste manier om bij zo’n bijzondere ervaring in de buurt te komen, is het raadplegen van oude belastingregisters. Veel belastingen werden namelijk huis aan huis geïnd aan de hand van een boekwerk waarin de looproute van de ontvanger precies was vastgelegd. Dit gold bijvoorbeeld voor de heffing op haardsteden, een vorm van vermogensbelasting. Het idee was simpel: een voornaam huis had meer stookplaatsen dan een eenvoudig huis. Dus hoe meer haardsteden een huis telde, hoe zwaarder de bewoner werd aangeslagen in de belastingen.
Het haardstedenregister van 1600 is een fantastisch uitgangspunt voor zo’n wandeling langs meer dan 4000 huizen. Laten we bijvoorbeeld eens een stukje over de Voorstraat lopen, tussen de Drie Akerstraat en de Molenstraat. Wat meteen opvalt is het enorme aantal brouwerijen. De hoogtijdagen van de Delftse biernijverheid zijn voorbij, maar als je hier loopt, zou je dat niet zeggen. Achtereenvolgens zien we ’t Paert van Dirck van Groenewegen, de niet bij name genoemde brouwerij van Jacob Balbiaen en De Oyevaer van Melchior Wyntges. Aan de zuidzijde van de Visstraat, dan nog Quartelaersteech genaamd, zit nog altijd een gevelsteentje met een ooievaar boven de poort van zijn pakhuis. Dat draagt het jaartal 1777 maar de brouwerij bestond dus al in 1600. Op de noordhoek staat brouwerij De Visch, waarnaar de steeg later is hernoemd. Verderop zitten nog De Twee Bijlen, De Osch, De Dobbele Hellebaerden, De Haemer en De Drie Truwelen.
In de tussengelegen Quartelaersteech staan huisjes met één of hooguit twee haardsteden. Verreweg de meeste bewoners zijn brouwersknechten en kuipers. Zij zullen hun brood wel verdienen met werk voor de grote brouwerijen aan de gracht.
Wie zelf de wandeling ook eens wil maken, hoeft de deur niet uit en zelfs raadpleging van het originele haardstedenregister is niet eens nodig. In 1882 schreef toenmalig gemeentearchivaris Jan Soutendam namelijk al een soort stadsgidsje op basis van deze unieke bron. En dat staat vrijwel integraal op de website Achter de gevels van Delft.