De buskruitramp van 1742 – Stadsarchief Delft
Kaart van de kruitfabriek en bijbehorende landerijen door Leendert Swemkoop, 1713 (TMS 123012)

Kaart van de kruitfabriek en bijbehorende landerijen door Leendert Swemkoop, 1713 (TMS 123012)

13 juli 2023:

De buskruitramp van 1742

De Delftse Donderslag is toch in 1654? Ja, maar ook in 1742 wordt Delft opgeschrikt door een enorme kruitexplosie. Die gebeurtenis is veel minder bekend.

In 1592 krijgt Moijses van Nederveen van het Delftse stadsbestuur toestemming om buiten de Waterslootsepoort een kruitmolen op te richten. Het bedrijf staat net over de grens van Delft in Vrijenban, ongeveer ter plaatse van de huidige Kogelgieterij. De daar gelegen Mosjesbrug over de Buitenwatersloot ontleent nog altijd zijn naam aan Moijses. In de kruitmolen wordt met paardenkracht salpeter, zwavel en steenkool gemengd tot buskruit. Dit is een gevaarlijk proces, zo blijkt al snel.

In 1604 ontploft de molen, maar Van Nederveen laat zich niet ontmoedigen en brengt het bedrijf tot grote bloei. Zijn kleinzoon Salomon van der Heul doet er nog een schepje bovenop. Hij weet munt te slaan uit de plotselinge behoefte aan oorlogstuig in het Rampjaar 1672. De Staten van Holland bekostigen de bouw van liefst vier nieuwe kruitmolens naast zijn eigen molen. Hij mag ze exploiteren mits hij de hele productie aan de provincie levert. Verder bedingt hij het alleenrecht op de opslag van kruit voor de Staten, de Admiraliteit te Rotterdam en de Kamer Delft van de VOC. Voor die opslag bouwt hij een zware stenen toren met een gracht eromheen.

Na het overlijden van Salomon van der Heul in 1722 verkopen zijn erfgenamen het terrein aan de vermogende Amsterdamse gebroeders Hendrik en Nicolaas van Hoorn. De opstallen blijven eigendom van de provincie. In 1742 ontploft een van de kruitmolens. Of er slachtoffers vallen, is niet bekend, maar de materiƫle schade is enorm.

Het stadsbestuur besluit onmiddellijk dat op deze plek nooit meer kruit mag worden geproduceerd noch opgeslagen. De stad koopt het terrein van Van Hoorn en de opstallen van de provincie. De resten van de kruitmolens worden gesloopt en de opslagtoren, die de ontploffing ongedeerd heeft doorstaan, krijgt een nieuwe bestemming. Hier worden zwavel, pek en andere brandbare stoffen ondergebracht die eerder in militaire magazijnen binnen de muren zijn bewaard. Ondanks of misschien juist dankzij de ramp wordt de stad zelfs een beetje veiliger.

Inloggen