Burgemeester in oorlogstijd – Stadsarchief Delft
Brieven ingekomen bij de burgemeester van Delft, 1941 (Archief 598, inv.nr 884)

Brieven ingekomen bij de burgemeester van Delft, 1941 (Archief 598, inv.nr 884)

Portret van F.W. van Vloten in NSB-kostuum, 1941, foto P. Odijk (TMS 82339)

Portret van F.W. van Vloten in NSB-kostuum, 1941, foto P. Odijk (TMS 82339)

21 augustus 2024:

Burgemeester in oorlogstijd

In april 1941 ontvangt de burgemeester van Delft tot driemaal toe een anonieme kaart. Een ervan wordt op 15 april gestuurd: ‘Waarde landverrader, geluk gewenscht met de verjaardag van die rasploert Hitler.’ Deze kaarten zijn voor de kort daarvoor geïnstalleerde F.W. van Vloten, bankdirecteur én prominent NSB-lid.

De Duitse bezetter hecht waarde aan een gelijkgezinde leider op het Delftse stadhuis. Van Vloten moet de orde bewaren, want vooral de Technische Hogeschool is een grote bron van zorg. In november 1940 gaan studenten in staking als hun Joodse leraren worden ontslagen. De school blijft dicht tot maart 1941, totdat de nieuwe burgemeester aantreedt en lid wordt van het College van Curatoren. Door deze acties wordt duidelijk dat het dagelijks leven steeds meer aan – Duitse – banden wordt gelegd.

Deze kaart is ook naar aanleiding van een verjaardag gestuurd, maar dan die van prinses Juliana op 30 april. Meer mensen plegen zulke kleine daden van verzet, bijvoorbeeld door een oranje lintje op de kleding te spelden. Of een anjer, op de verjaardag van prins Bernhard. Het dragen van een bloem of een lintje lijkt misschien marginaal, maar is symbolisch van grote betekenis. Zo’n actie wordt hoog opgenomen. In ditzelfde archief zit een brief over een sigarenboer die het wapen van Engeland op zijn winkelruit heeft staan. Erger nog, hij verkoopt ook zakjes tabak waarop dit vijandelijke wapen staat afgebeeld. De anonieme briefschrijver meldt deze schending bij partijgenoot Van Vloten en hoopt dat hij er streng tegen optreedt. Diezelfde tabaksverkoper heeft immers ook al verzuimd de door onverlaten opgeplakte plakkaten met ‘Hier heerscht de Engelsche ziekte’ weg te halen.

Burgemeester Van Vloten treedt in 1943 op eigen verzoek terug. NSB-wethouder A. van Leyenhorst, die gelijk met hem in 1941 was aangesteld, neemt zijn functie over. Beide heren verklaren in de tegen hen gevoerde processen na 1945 dat Delft voor NSB-bestuurders een lastig, of zelfs een ‘hopeloos’ geval was. De bewaarde kaarten mogen dan speldenprikken zijn geweest, ze troffen blijkbaar wel doel.

Portret van F.W. van Vloten in NSB-kostuum, 1941, foto P. Odijk (TMS 82339)

Inloggen