Aquarel van de brand in het stadhuis, 19e eeuw (TMS 59553)
Brandschade
De stadsbrand van 1536 is niet de enige ramp die de stedelijke archieven heeft getroffen. In de nacht van 3 op 4 maart 1618 wordt het stadhuis aan de Markt namelijk verwoest door brand. Die ontstaat volgens getuigenverklaringen in de Weeskamer op de eerste verdieping. De avond tevoren is daar de haard niet goed gedoofd en ’s nachts laait het vuur op, met desastreuze gevolgen. De vloer van het vertrek stort naar beneden in de Secretarie. Burgers snellen toe om uit de vuurzee te redden wat er te redden valt. Kostbare schilderijen en stapels papieren weten zij in veiligheid te brengen, maar er gaat ook heel veel verloren. Uiteindelijk brandt het hele stadhuis af, op de zware stenen torens na.
De Weeskamer houdt toezicht op het beheer van de nalatenschap van overledenen die minderjarige kinderen nalaten. De overblijvende ouder of een familielid moet hier melden hoe de nalatenschap is geregeld en of er een voogd is benoemd. Als de familie onwillig of niet in staat is om de belangen van de kinderen fatsoenlijk te behartigen, zorgt de Weeskamer daarvoor. Het doel is om te voorkomen dat de erfenis in handen van begerige verwanten valt en aan de neus van de kinderen voorbijgaat.
De zogenaamde comparitieregisters, waarin de aangiften van overlijden en de getroffen voorzieningen worden genoteerd, zijn een onmisbaar naslagwerk voor de ambtenaren en bestuurders van de Weeskamer. Het is dus niet zo gek dat zelfs de geblakerde restanten van die boekwerken zorgvuldig worden bewaard. Elke snipper bewijs kan van groot belang zijn voor de rechten van een kind. Na verloop van tijd verliezen de fragmenten hun juridische waarde, maar hun historische betekenis neemt juist toe. Voor familieonderzoek bijvoorbeeld vormen zij een heel belangrijke en vaak zelfs de enige bron. In de studiezaal van het archief zijn ze lange tijd niet raadpleegbaar, omdat elke aanraking meer schade veroorzaakt. Eind twintigste eeuw komt daar verandering in: de fragmenten van de comparitieregisters en andere stukken van de Weeskamer worden door de archiefrestaurator ‘aangevezeld’ met nieuw papier tot het oorspronkelijke formaat. Daarna worden de bladzijden gescand en wordt een index gemaakt op alle namen die nog leesbaar zijn. Het kan verkeren: deze zwaar gehavende stukken vormen nu een van de best toegankelijke collecties van het Stadsarchief.