De Haagse Straatweg – Stadsarchief Delft
Prentbriefkaart van uitgeverij A.J. Prins uit 1913. Niet van de Haagweg in Delft, zoals erop staat, maar van de Delftweg in Rijswijk. (TMS 101553; uitgeverij A.J. Prins, 1913)

Prentbriefkaart van uitgeverij A.J. Prins uit 1913. Niet van de Haagweg in Delft, zoals erop staat, maar van de Delftweg in Rijswijk. (TMS 101553; uitgeverij A.J. Prins, 1913)

24 januari 2024:

De Haagse Straatweg

Een gemeenschappelijke regeling tussen een aantal gemeenten klinkt heel modern, maar is feitelijk al eeuwenoud. De trekschuitverbindingen die in de zeventiende eeuw worden aangelegd, zijn bijna allemaal volgens dit model georganiseerd en gefinancierd. De zeer succesvolle verbinding tussen Delft en Leiden komt in 1636 bijvoorbeeld tot stand door eendrachtige samenwerking tussen de beide stadsbesturen. In het nog altijd bestaande commissarishuis van de trekvaart aan de Vlietweg in Leiden zitten dan ook gevelstenen met de wapens van Leiden én Delft.

Verkeer over water is in die tijd comfortabel en relatief snel. Niet voor niets wordt de trekschuit de intercity van de Gouden Eeuw genoemd en net als tegenwoordig kan de dienstregeling toch niet in alle seizoenen worden nageleefd. Als de vaarten bevroren zijn, ligt de scheepvaart stil, dat spreekt voor zich. Als het zomers lang droog is, zijn de jaagpaden erg hard en hebben de paarden het heel zwaar. Dat geldt ook als het te nat is, maar bovendien slijten de loopsporen dan diep uit en is kostbaar herstelwerk nodig. Dat zijn precies de redenen die Delft en Den Haag in 1694 aanvoeren om naast de trekverbinding over de Vliet het landverkeer te verbeteren. Delft kan daar niet alleen over beslissen, want het gaat grotendeels over grondgebied van Rijswijk, waar Den Haag als bezitter van de ambachtsheerlijkheid de scepter zwaait.

De burgemeesters van Delft en Den Haag besluiten eendrachtig het jaagpad te verleggen naar de westzijde van de Vliet en de weg aan de oostzijde te bestraten. Dat is een kostbare operatie, waar Delft alleen al bijna 25.000 gulden in steekt. De Staten van Holland verlenen Delft en Den Haag daarom toestemming om op de nieuwe straatweg tol te heffen. Uit de opbrengst kunnen zij de aanlegkosten en het onderhoud financieren. Eens in de paar jaar komen de burgemeesters van beide plaatsen bijeen om de rekeningen af te horen, de kosten en baten met elkaar te verrekenen en natuurlijk bij te praten en een glas te drinken.

Lange tijd wordt de hele weg tussen Delft en de Hoornbrug de Haagse Straatweg genoemd. Het deel op Rijswijks grondgebied is op enig moment Delftweg gaan heten – logisch, omdat het de weg naar Delft is. Het zou net zo vanzelfsprekend zijn als het Delftse gedeelte de Rijswijkseweg werd genoemd, maar dat heet Haagweg. Historisch verklaarbaar, maar soms wat verwarrend – kijk maar naar deze prentbriefkaart.

Inloggen