Gestolen beenderen – Stadsarchief Delft
Dirk van Dien, Linoleumsnede van de achterzijde van de Lijm- en Gelatinefabriek, 1982 (TMS 3481)

Dirk van Dien, Linoleumsnede van de achterzijde van de Lijm- en Gelatinefabriek, 1982 (TMS 3481)

9 mei 2024:

Gestolen beenderen

276 kilo beenderen. Dat is de buit van een paar Delftenaren die op 14 januari 1901 in één van de treinwagons klimmen waar deze onmisbare grondstof voor de Lijm- en Gelatinefabriek klaarligt om gelost te worden. Zo’n omvangrijke diefstal is lastig geheim te houden, zeker als de daders hun verdiensten diezelfde dag nog in de kroeg spenderen. Hoe de politie de zaak oplost, staat tot in detail in het proces-verbaal, een rijke bron waarvan het Stadsarchief een complete reeks bezit van 1900 tot 1941.

De diefstal zelf wordt opvallend genoeg niet opgemerkt. De Lijm- en Gelatinefabriek verwerkt zoveel beenderen dat het ontbreken van een paar zakken niet opvalt. De politie komt de dader bij toeval op het spoor. Op 14 januari wordt Jozephus Anthonius Wittenberg gearresteerd wegens openbare dronkenschap. Hij mag enkele uren later weer gaan, maar politieagenten Leendert van Bemmel en Cornelis Luyendijk ruiken onraad als blijkt dat hij 4,56 gulden bij zich heeft, een uitzonderlijk hoog bedrag voor de werkloze Wittenberg.

Navraag leert dat Wittenberg die dag met een aantal andere mannen bij verschillende opkopers is geweest om beenderen te verkopen. Koopman Cornelis Verbeek in de Kethelstraat verklaart dat hij de situatie verdacht vond en niets gekocht heeft. Louis Blom op het Achterom heeft wel zaken met Wittenberg gedaan. Hij heeft 150 kilo beenderen overgenomen voor 2,14 gulden. Zowel Wittenberg als een aantal handlangers worden nu opgepakt en aan de tand gevoeld. Opvallend detail: Wittenberg wordt wederom in beschonken toestand in de kroeg aangetroffen, met nog maar 3,03 gulden op zak.

De mannen geven vrijwel gelijkluidende verklaringen, waaruit blijkt dat koopman Verbeek ook niet zuiver op de graat is. Hij koopt ’s morgens wel degelijk 126 kilo beenderen van Wittenberg. Pas als deze met nog een partij komt aanzetten, houdt Verbeek de boot af. Dat hij doorheeft dat de zaak stinkt, blijkt wel uit zijn snelle actie: de eerste partij beenderen heeft hij inmiddels al verkocht – aan de gedupeerde Lijm- en Gelatinefabriek wel te verstaan.

Inloggen