Frederik H. Kreuger, De Fabriek. Kroniek van een ingenieur (Delft 2009) (Archief 598, inv.nr 914)
De Fabriek = NKF
Tien jaar lang moet het geheim blijven, daarna mag het Stadsarchief de lijst met pseudoniemen vrijgeven. Die afspraak geldt het in 2009 uitgegeven boek De Fabriek van elektrotechnicus Frederik H. Kreuger. De termijn is voorbij en dus staat nu zwart op wit over wélk bedrijf hij schrijft en wie daarin figureren.
Frederik H. Kreuger (1928-2015) studeert aan de Technische Universiteit en komt na enkele jaren in het buitenland terecht bij de NKF in Delft, waar hij zich van onderzoekmedewerker opwerkt tot directeur. In 1986 wordt hij ook hoogleraar hoogspanningstechniek aan de TU Delft. Een echte techneut dus, die tegelijkertijd actief is in de culturele sector. Kreuger is leider van zigeunerorkest Siperkov, schrijft een uitgebreide biografie over kunstvervalser Han van Meegeren en geeft zeven schelmenromans uit – sommige gesitueerd in het ‘stadje D.’
In 2009 publiceert Kreuger De Fabriek, met een titel en aanpak die bewondering voor Het bureau van J.J. Voskuil verraadt. Hij vertelt over zijn belevenissen op het werk bij ‘een kabelfabriek’ in het hem benauwende Delft, dat hij ‘zo keurig netjes en zo burgerlijk’ vindt. Je hoeft geen meesterspeurder te zijn om te begrijpen dat Kreuger over de NKF schrijft. Maar wie de jonkheer, mijnheer Pruis en juffrouw Hagen zijn is minder duidelijk. De anekdote dat alle chefs nasaal praten omdat hun leidinggevende Pruis dat ook doet, verliest dan toch wat aan zeggingskracht.
Wie het bedrijf kent en wie van woordpuzzels houdt, komt overigens zelf al een heel eind. Mijnheer Pruis blijkt C.F. Proos, mijnheer Marsman heet eigenlijk Nijhof en juffrouw Lelie is in het echt juffrouw Roos. Wie gewoon meteen wil weten wie in De Fabriek figureren, vraagt dit unieke exemplaar bij het Stadsarchief aan: met een verklarende pseudoniemenlijst als bijlage.