Tekening van de geschutkraan op de kade voor het Meisjeshuis door Abraham Rademaker, circa 1730 (TMS 57829)
Zwaar geschut
Willem van Oranje vestigt zijn hoofdkwartier niet voor niets in Delft. De stad beschikt over een omwalling, muren en poorten, ligt ver achter de linies en heeft goede verbindingen over land maar vooral over water. Om precies dezelfde redenen stichten zowel de Staten van Holland als de Staten-Generaal van de Republiek arsenalen in Delft. Het oorlogstuig ligt hier veilig, maar kan in geval van nood toch snel worden getransporteerd naar plaatsen waar het nodig is.
De magazijnen van het gewest Holland worden in 1601 geconcentreerd op de Geer, in het Armamentarium. De stad stelt gratis grond beschikbaar en betaalt een derde van de bouwkosten. Het mag wat kosten, want behalve prestige en een veilig gevoel levert de aanwezigheid van zo’n arsenaal ook werkgelegenheid op. Steeds meer zelfs, want in 1660 wordt het Armamentarium uitgebreid en in 1692 wordt het nog eens meer dan twee keer zo groot.
De Generaliteit heeft magazijnen in het voormalige Sint-Barbaraklooster en de kapel van het Meisjeshuis, beide aan de Oude Delft. Maar het blijft niet bij opslag. In 1679 huren de Staten-Generaal een deel van de Houttuinen voor de fabricage van zogenaamde affuiten, zware houten onderstellen voor kanonnen. Die kanonnen worden gegoten in de landsgeschutgieterij in Den Haag, vervolgens naar Delft vervoerd en hier op affuiten geplaatst en opgeslagen. Dit is de basis voor de later zo belangrijke Constructiewerkplaatsen.
Het transporteren van oorlogsmaterieel is letterlijk zwaar werk. Bij het Armamentarium staat een kraan voor het in- en uitladen van geschut. Ook op de kade voor het Meisjeshuis staat er een, zo blijkt uit een tekening van Abraham Rademaker van omstreeks 1730. Op de aquarellen van het Meisjeshuis uit 1769 komt hij echter niet meer voor. Het is verleidelijk een verband te leggen met de tekening die Isaak van der Star in 1751 maakt voor een geschutkraan. Die moet een plaats krijgen ten zuiden van de Scheepmakerij, waar de Staten-Generaal een terrein kopen voor een nieuw arsenaal en een salpeterloods. Of hij ooit gebouwd is, staat niet vast, maar de tekening is er niet minder fraai om.