Verloren vorm

De naam van de methode is poëtischer dan de titel van het kunstwerk. André Pelgrim gebruikt de techniek van de ‘verloren vorm’ voor deze houtsnede van de tunnelbouw in de Spoorzone. Het Stadsarchief koopt in 2011 niet alleen het eindresultaat aan, maar verwerft ook de houtplaat die zo essentieel is voor het kunstwerk.

De in Schiedam geboren André Pelgrim heeft een zwak voor stadsvernieuwing. Eerder al maakte hij grafisch werk van de Rotterdamse kubuswoningen en de werkzaamheden voor de spoortunnel daar. De Delftse Spoorzone mocht daarom niet in zijn oeuvre ontbreken. Bij deze houtsnede kijk je over het bouwterrein vanaf de tijdelijke loopbrug die in 2011 over de sporen lag. Links ligt het oude stationsgebouw, dan nog volop in gebruik, en in het midden vinden de bouwactiviteiten voor de tunnel plaats. Aan de horizon staan de gebouwen van de Westvest, en daarbovenuit torent de Oude Kerk. Daarmee krijgt de kerk naar verhouding wat veel eer, maar levert het wel een overduidelijke Delftse prent op.

Bij de ‘verloren vorm’ of de reductiemethode druk je een prent in verschillende etappes, van licht naar donker. Pelgrim start met een werktekening, die hij in spiegelbeeld op de houtplaat zet. Vervolgens snijdt hij de afbeelding stukje bij beetje uit het hout. De eerste drukgang is een lichte kleur, dan is er nog bijna niets gesneden. Hierna komt de volgende laag en drukt hij met een iets donkerder kleur. Zo bouwt Pelgrim de houtsnede laag voor laag op. Iets wegsnijden, een kleur drukken, een volgende laag wegsnijden, weer een kleur drukken – enzovoort. Op het eind is er van de houtplaat weinig meer over. Met recht een ‘verloren vorm’ dus, hoewel deze wél bewaard is gebleven.