Een passend slot
1 juni 1946
Delft sluit op 1 juni een daverende feestweek af. Delftenaren van jong tot oud hebben zich kunnen vermaken met optredens, kermisattracties en sportactiviteiten – en dat alles in het kader van 700 jaar stadsrecht. Het is een vrolijk en optimistisch feest, maar toch is de voorbije oorlog nooit echt ver weg. Daarmee is dit een passend slot voor ruim een jaar lang Bevrijdingsbulletins, omdat in het dagelijkse nieuws van week tot week de oorlog ook continu bleef nadreunen. Wanneer lukt het Delft om met de langverwachte wederopbouw te beginnen?
60.000 bezoekers
Delftenaren zijn toe aan iets positiefs, en dat is dan ook waar de organisatie op inzet. Na jaren van ‘hevige onrust en matelooze angst’ zal niet alleen de Delftenaar, maar ook iedere toerist betoverd raken door de stad in frisse voorjaarstooi. Die laatste groep is van belang, want het in het slop geraakte toerisme kan wel een impuls gebruiken. De organisatie is dan ook verheugd over de ruim 60.000 dagjesmensen die de feestweek bezoeken.
Voor velen is de kermis de belangrijkste reden om naar de stad te komen, een volksfeest dat in 1918 werd afgeschaft en nu met grote tegenzin door burgemeester G. van Baren weer wordt toegestaan. Hij krijgt in de krant bijval van W. Stallinga: ‘Is het niet hemeltergend om kermis te houden, terwijl wij nog niet half genezen zijn van de straffen die wij gehad hebben.’ Zonder de oorlog aan te halen, weet ook wethouder J.M. Reichert bij de feestelijke opening de verwachtingen te temperen. Hij waarschuwt dat als de politie ook maar één ernstige klacht rapporteert, het gemeentebestuur niet zal aarzelen de kermis meteen op te doeken.
Dagboek van een puber
De politie heeft het wel druk tijdens de feestweek, maar vooral met relatief kleine incidenten. Agenten bekeuren handelaren zonder vergunning en ze sussen wat vechtpartijtjes. Hulp moeten ze verlenen aan een dame die geraakt wordt door de hamer van de Kop-van-Jut en aan Wim (6 jaar) uit de Zuiderstraat die te hard schommelt in het zogenoemde ‘Turkse rad’ op de kermis. Hij kukelt 6 meter naar beneden, waar zijn val gelukkig gebroken wordt door een ander schuitje.
De net 14 jaar geworden Corri Munnik uit de Piet Heinstraat vat de feestweek in haar dagboek samen als een ‘knalfeest’. Ze noemt optredens van circus Renz en de kermis op de Markt: ‘zo lol-gezellig maar wel vreselijk duur’. Corri doet verslag van de feestweek die start met een wandeltocht, optredens van onder meer muziekvereniging Crescendo en sportwedstrijden op het DHC-terrein. Zelf doet Corri alleen in de weekenden mee, omdat ze dagelijks naar school moet – leerlingen hebben geen vrij. Munnik schrijft al sinds 18 mei 1943 in haar dagboek, een verjaardagscadeau om de ellende een beetje te kunnen vergeten. Aan het eind van die dag schrijft ze: ‘Ik hoop dat het de volgende verjaardag vrede is.’ Dat zal pas twee jaar later zijn, onder weer andere omstandigheden: ‘Het wordt een hopeloze verjaardag, want er is helemaal geen eten.’ Nu pas – in 1946, dus drie jaar later – heeft ze het ronduit over een ‘knalfeest’, ook al heeft ze het dan voornamelijk over de festiviteiten in de stad.
Oorlog blijft voelbaar
Los van het oorlogsdagboek van Corri is de periode 1940-‘45 ook op andere wijze zichtbaar. De etalagewedstrijd kost sommige middenstanders hoofdbrekens. Bij lederwarenhandel Frumau aan de Voldersgracht hangen tassen met ‘verkocht’ erop in de etalage, omdat er geen koopwaar is om te tonen. Winkels moeten niet voor niets op tijd doorgeven of ze gevelversiering wensen, ‘met het oog op de materiaalschaarste’. Die versiering valt vervolgens weer ten prooi aan baldadige jongeren, een kwaal waar Veritas geen goed woord voor over heeft: ‘georganiseerd vandalisme, dat we maar weer op rekening van de bezetting zullen schrijven’.
Van een andere orde is de plakactie in de nacht van 28 op 29 mei. Politieagenten zijn druk met het verwijderen van opgeplakte briefjes in de stad, met daarop de tekst ‘Waarom wordt het politiecorps niet beter gezuiverd?’ Goed en fout komen ook uitgebreid aan bod in het massale openluchtspel onder regie van Kees van Iersel. Het spektakelstuk gaat over zeven eeuwen ‘strijd om de vrijheid’ in Delft, waarbij aan het slot een stoet van Duitsers, NSB’ers, verzetsmensen, veroordeelden en zelfs tanks voorbijtrekt.
Wederopbouw
Ondanks de nog altijd voelbare impact van de bezettingsjaren geeft de feestweek positieve energie aan de stad. Veritas is lyrisch over ‘rappe handen’ die overal aan het werk zijn: ‘het geklop van hamers, het schuren van zagen en het geratel van tientallen wagens met attributen’ voor de festiviteiten. Dát is het beeld dat we kennen van de periode na de oorlog, het klinkt als wederopbouw. En dat is ook de teneur van de mars ‘Vivat Delfum’, door Will de Regt gecomponeerd ter gelegenheid van 700 jaar stad. Het slot:
‘Tijden van neergang en tijden van druk, brachten vaak schaduw bij vreugd’ en geluk.
Opwaarts tezaâm voor den komenden tijd, vreezend geen arbeid, aanvaardend den strijd.
De achtste eeuw komt, laat dan stralen de dag, als werkers geschaard rond Delfts wit-zwarte vlag!’
Delft lijkt klaar voor een nieuwe start. Ruim een jaar na de bevrijding bieden de festiviteiten voor 700 jaar stadsrechten een mooie markering voor de Delftenaren. Zij gaan aan de slag met de wederopbouw van hun stad.
Teruglezen hoe de Delftenaren het jaar hiervoor beleefd hebben? Bekijk alle Bevrijdingsbulletins van 12 mei 1945 tot en met 1 juni 1946.
Dit verhaal is gebaseerd op informatie uit:
- Veritas, mededelingenblad voor Delft en omstreken, 13-3-1946, 4-4-1946, 6-4-1946, 1-5-1946, 2-5-1946, 24-5-1946, 25-5-1946 en 27-5-1946
- Archief 575. Gemeentepolitie
o 642. Dag- en nachtrapporten, 21-5-1946, 28-5-1946 en 31-5-1946 - Archief 598. Losse aanwinsten
o 1360. Afschriften van toespraken van ir. S.H. Stoffel, onder andere voorzitter van vereniging Het Princenhof en het comité Delft 700 jaar, 9-4-1946
Ga hier naar alle Bevrijdingsbulletins.
Zelf onderzoek doen naar de Tweede Wereldoorlog in Stadsarchief Delft?