Gevangenis midden in de stad – Stadsarchief Delft

Gevangenis midden in de stad

6 oktober 1945

Er klinken schoten op de Koornmarkt als op 1 oktober alle mannen uit het Armamentarium in vrachtwagens worden geleid om naar Kamp Duindorp te gaan. Het zijn slechts waarschuwingsschoten, maar het tekent de sfeer. De bewakers van het interneringskamp staan onder grote druk. Kort voor deze verhuizing zijn er twee politieke gevangenen ontsnapt, en dat is niet het eerste incident.

1100 gevangenen
In september herbergt het midden in de stad gelegen Armamentarium zo’n 1100 geïnterneerden, mannen en vrouwen die nog op berechting wachten. Het zijn niet alleen maar Delftenaren, er wordt heel wat afgezeuld met de gevangenen. Sommige inderhaast opgerichte kampen zijn ergens anders voor nodig of een locatie blijkt niet bestand tegen de komende winter. Daar heeft Delft geen last van. In de afgelopen maanden werkten de geïnterneerden mee om het pand te verbeteren. In mei had het complex slechts grote kale ruimtes en niet meer dan één wc en één kraan. De wasruimte telt nu ongeveer 40 kranen en er zijn kamers ingericht als scheersalon, timmerwinkel en ziekenzaal. Er is zelfs een lokaal als kerk ingericht, compleet met een door een gevangene geschilderd altaarstuk. Een keurige minisamenleving, maar dan wel met een bont allegaartje aan mannen en vrouwen.
Een deel van hen werkt overdag buiten het complex, om schoonmaakwerk te verrichten of bij de wasserijen en de Blikfabriek. ’s Avonds zit iedereen weer binnen, opgesloten in de vesting. Het complex heeft aan drie kanten water en is hermetisch afgesloten met hekken en prikkeldraad. Zelfs naar buiten kijken is er niet bij: de ramen zijn witgekalkt. Toch zijn omwonenden er niet gerust op. Bewoners van de Geer klagen over familieleden van NSB’ers die voor hun huizen heen en weer lopen, hopend op een glimp van hun verwanten.

Het oogt als een onneembare vesting: het Armamentarium aan de Korte Geer, 1965, foto G.Th. Delemarre. (RCE)

 78 waarschuwingsschoten
Tijdens de festiviteiten voor Koninginnedag op 31 augustus kunnen een paar gevangenen de verleiding niet weerstaan. Ze krabben gaten in de witgekalkte ramen, tot grote ontzetting van de bewaking. Het meestal goed ingevoerde weekblad De Prinsestad weet te melden dat de bewakers die dag 78 waarschuwingsschoten lossen.
Een dag later staan de mannen nog steeds op scherp. En juist op dat moment kijkt de 18-jarige Gijsbertus tijdens de afwas uit zo’n raam. Deze tuindersknecht was lid van de Jeugdstorm en is vanuit Echteld naar zijn geboorteplaats Delft getransporteerd. Hij gluurt door het raam, uit overmoed of uit gezonde nieuwsgierigheid? Een patrouillerende bewaker lost een waarschuwingsschot. Omdat Gijsbertus blijft staan, schiet de bewaker nogmaals. Weer een waarschuwingsschot, maar nu is het onbedoeld raak. De jongen overlijdt. De leiding van het kamp beschouwt zijn dood als bedrijfsongeval, jammer maar helaas. Hij had beter kunnen weten.

5 ontsnappingen – in één maand tijd
Het incident blijkt de opmaat voor een reeks gebeurtenissen, alsof een beerput opengaat. In de nacht van 10 op 11 september springt een gevangene uit het raam, duikt in de gracht en zwemt naar de Geer om zich daar te verbergen in het huis van – nota bene – een bewaker. Ook dit is een jongeman, voormalig lid van de Nationalsozialistische Kraftfahrkorps (NSKK), het nationaalsocialistische motorkorps. Hij komt niet ver, want hij is tijdens zijn vlucht al opgemerkt. Een paar dagen later blijkt er weer een gevangene ontsnapt, nu een bij vele Delftenaren bekende distributieambtenaar. Hij moet wel hulp hebben gehad, zo is de teneur.
De kritiek zwelt aan. Wie de kranten leest en – vooral – het politieregister napluist, komt erachter dat ook eerder al de nodige mannen ontsnapten. Als klap op de vuurpijl duiken eind september hardnekkige geruchten op over innig contact tussen bewakers en vrouwelijke gevangenen. Eerder al heeft commandant J. van der Lee een aantal cipiers ontslagen. Nu doen er verhalen de ronde over geïnterneerde vrouwen die bij Aarts’ Zakkenhandel gezellig koffie zitten te drinken en ‘een Engelsch sigaretje’ roken. Weekblad De Prinsenstad pakt stevig uit: ‘Lezers, ook óns zit het tot hier!’ Als er dan nog eens twee gevangenen ontsnappen, sneert het weekblad dat het onder de kop ‘Het hazenpad’ wel een vaste rubriek kan beginnen.
Met het vertrek van de mannelijke geïnterneerden op 1 oktober keert de rust terug, tot opluchting van de omwonenden. Het Armamentarium zal op termijn alleen nog maar vrouwen herbergen. Een vrouwengevangenis vraagt wel om extra integere bewakers, maar scheelt in het aantal vluchtgevaarlijke geïnterneerden. En daarmee in het aantal waarschuwingsschoten dat in de binnenstad klinkt.

Ongeveer tegelijkertijd vertrekt ook een speciale bewakingseenheid uit Delft: de Joodse Brigade. Daarover meer in het Bevrijdingsbulletin van 13 oktober 1945: Joodse Brigade.

Dit verhaal is gebaseerd op informatie uit:

  • De Prinsestad, voor orde, recht en opbouw. Orgaan van de Vereeniging van oud-politieke gevangenen te Delft, 15-9-1945, 22-9-1945 en 6-10-1945
  • Veritas, mededelingenblad voor Delft en omstreken, 7-6-1945, 27-8-1945, 5-9-1945, 7-9-1945, 12-9-1945 en 1-10-1945 (t/m 12-10-1945 op www.delpher.nl)
  • Archief 598. Losse aanwinsten
    o 864. De Toekomst, 28-8-1945
  • Archief 575. Gemeentepolitie
    o 640. Dag- en nachtrapporten, 22-5-1945, 23-5-1945 en 10-6-1945
    o 641. Dag- en nachtrapporten, 1-9-1945, 8-9-1945, 10-9-1945 en 14-9-1945

Meubilair ontbreekt nog als de eerste gevangenen in mei 1945 worden binnengebracht, foto Filmdienst Binnenlandse Strijdkrachten Delft. (NIOD)

Ga hier naar alle Bevrijdingsbulletins.

Zelf onderzoek doen naar de Tweede Wereldoorlog in Stadsarchief Delft?

Inloggen